Herken jij dit: je legt iets uit aan je collega’s of teamleden. Een aantal begrijpen meestal direct wat je zegt en bedoelt en er zijn er altijd een paar (meestal dezelfden) die jou niet begrijpen. Je moet het steevast nog een keer of zelfs nog een paar keer uitleggen. Het lijkt wel of je op verschillende golflengtes zit en voor je het weet is er miscommunicatie. Hoe komt dat toch?
Alle informatie die wij mensen ontvangen, worden omgezet via onze zintuigen naar onze hersenen. En onze hersenen hebben onbewust een voorkeur met welke zintuig hij deze informatie het makkelijkst opneemt. Ik heb het hier over de zintuigen: visueel (zien), auditief (horen) en kinesthetisch (aanvoelen).
Deze 3 zintuigen worden ook de filters genoemd. In principe gebruiken we allemaal alle drie de filters en iedereen heeft zijn eigen voorkeursfilter. In die voorkeursfilter communiceer je het meest. Omstandigheden kunnen bepalend zijn welke voorkeursfilter iemand –onbewust – gebruikt. Dit kan betekenen dat iemand op het werk als voorkeursfilter bijvoorbeeld visueel gebruikt en in de privésituatie meer auditief.
Kenmerken visueel ingestelde mensen:
Als iemand visueel is ingesteld denkt, praat en luistert hij vooral in beelden. Hij ziet als het ware de plaatjes of als een film voor zich. Een visueel iemand praat over het algemeen vrij snel en maakt veel gebruik van armbewegingen en mimiek. Voor een visueel ingesteld persoon is lichaamstaal een belangrijk communicatiemiddel. Bij anderen let hij vooral – onbewust – op de mimiek, houdingen en bewegingen. Ze raken snel verveeld door langdradige verhalen of mondelinge aanwijzingen.
Als je deze persoon vraagt een hoofdrekensommetje te maken zal hij zijn blik naar boven richten terwijl hij rekent.
Kenmerken auditief ingestelde mensen:
Voor iemand die auditief is ingesteld is het voornamelijk de toon die de muziek maakt. Deze persoon is gefocust op woorden en geluiden en praat bijvoorbeeld graag aan de telefoon. Auditieve mensen leren gemakkelijk door naar iemand te luisteren. Ze houden vaak van muziek luisteren en kunnen snel afgeleid zijn door lawaai. Deze persoon spreekt over het algemeen wat langzamer dan een visueel iemand en spreekt melodieus. Een auditief persoon gebruikt ook regelmatig veel woorden om iets te vertellen. Voor een auditief ingesteld persoon is geluid een belangrijk communicatiemiddel. Wat hem het eerste opvalt is de intonatie in de stem.
Als je een auditief ingesteld persoon vraagt een hoofdrekensommetje te maken, zal hij zijn blik zijwaarts richten terwijl hij rekent.
Kenmerken kinesthetisch ingestelde mensen:
Iemand die kinesthetisch is ingesteld, richt zich vooral op wat hij voelt. Hij heeft wat meer tijd nodig voordat hij reactie geeft. Dat is kenmerkend voor iemand met een kinesthetische voorkeur, informatie verwerken via het gevoel. Deze persoon spreekt vaak wat langzamer, omdat hij tegelijkertijd “aan het voelen is”. Deze persoon zal in veel gevallen als laatste reageren. In non-verbale communicatie let deze persoon vooral op de afstand die iemand aanneemt en op aanraking.
Als je een kinesthetisch ingesteld persoon vraagt een hoofdrekensommetje te maken, zal hij zijn blik naar beneden richten terwijl hij rekent.
Wat kan je daar dan mee? En hoe ga je elkaar beter begrijpen?
Weten wat jouw eigen voorkeurssysteem is, helpt je om beter te begrijpen waarom bepaalde dingen je gemakkelijk afgaan en andere niet. Je begrijpt meer van jezelf en van de manier waarop je overkomt op andere mensen. Misschien snap je nu waarom de ene collega een nieuwe opdracht direct voor zich ziet en enthousiast ja zegt in de vergadering terwijl de ander misschien meer tijd nodig hebt om te voelen wat hij ervan vindt.
Wanneer je met iemand communiceert met dezelfde filter lijkt het wel of de communicatie erg gemakkelijk gaat. Je gebruikt dezelfde woorden en begrippen en je zit op dezelfde golflengte. Kortom het gaat gemakkelijk en er is geen miscommunicatie. Maar hoe vaak ben je iemand tegengekomen en het communiceren ging veel moeizamer?
Het is ook belangrijk om te begrijpen hoe jouw gesprekspartner filtert, zodat jij – als het nodig is – je aan kan passen.
Voorbeeld: Als jij bijvoorbeeld kinesthetisch bent ingesteld, op zoek naar een andere auto en de autoverkoper wil jou overtuigen met allerlei tabellen over het benzineverbruik en het aantal pk’s, CO2 uitstoot enzovoort. Op zo’n moment koop jij geen auto. Bij de volgende garage laat de verkoper je in de auto zitten, voelen hoe lekker het stuur in de hand ligt en hoe fijn de leren bekleding aanvoelt. Ja, dan is de auto verkocht.
Uit bovengenoemd voorbeeld blijkt hoe belangrijk het is om af te stemmen – op dezelfde golflengte te komen – als jouw gesprekspartner. De ene keer betekent dat een beetje gas terugnemen, wat rustiger praten en de ander even de tijd geven om te reageren. Of juist een beetje gas bij geven, een helder plaatje scheppen en niet teveel woorden gebruiken.
TIP: vind je het lastig om in te schatten wat de voorkeursfilter van iemand is? Begin dan met gesprekken tussen twee mensen te analyseren. Hoe bewegen ze, in welk tempo wordt er gepraat, welke woorden gebruiken ze. Voor de duidelijkheid geef ik hieronder nog kort een aantal kenmerken van visueel, auditief en kinesthetisch.
Visueel:
stem: snel, hoog, helder
lichaam: snelle krachtige bewegingen, hoofd rechtop (vaak) snelle pas
woorden: inzicht, helder, schijnen, zichtbaar, kleurrijk, scherp, visie, vaag
uitdrukkingen: ik zie het wel zitten, kijk hebben op, ik zie wat je bedoelt, somber inzien
Auditief:
stem: gemiddelde snelheid, variatie in toonhoogte, melodieus
lichaam: hoofd schuin naar links of rechts
woorden: luisteren, klinken, zeggen, roepen, zogezegd, ongehoord
uitdrukkingen: bij wijze van spreken, belletje rinkelen, je hoort nog van me, klinkt goed
Kinesthetisch:
stem: zacht en met pauzes, wat traag
lichaam: rustige bewegingen, (vaak) vrij langzame pas
woorden: (aan)raken, in de hand hebben, aansluiten, concreet, pakkend
uitdrukkingen: ergens voor voelen, ik volg je niet, op de tenen lopen, ergens in vastlopen
Succes met het afstemmen op de juiste golflengte!